In deze onderwijsvisie wordt de maatschappij gezien als een dynamisch proces van voortdurende veranderingen waartoe elke mens een belangrijke bijdrage kan leveren. Er wordt vooral de nadruk gelegd op de geestelijke vrijheid van de menselijke persoon. Het onderwijs is dus sterk leerlingengericht.
Men accepteert de leerlingen in hun verschillende geaardheid door het onderwijs binnen de groep aan te passen en af te stemmen op de individuele leerling en dus niet de samenstelling van de groep af te stemmen op de onderwijsmethode.
Individualisering (recht doen aan de individuele mogelijkheden van de leerling in zijn totale persoonlijkheidsontplooiing) en socialisering (toegepast op de school - klasgemeenschap: leren is niet enkel en alleen een individueel gebeuren, maar vindt plaats in samenwerking met andere leerlingen en de leerkracht) zijn de pedagogische doelen die men hierbij voor ogen heeft.
Bij adaptief onderwijs daagt de leraar kinderen op hun individuele capaciteiten uit, ondersteunt hen en geeft hen vertrouwen in de goede afloop van het leerproces.
Adaptief onderwijs heeft dus vooral te maken met het nemen van concrete onderwijsmaatregelen waardoor het mogelijk wordt om rekening te houden met de individualiteit van elk kind.
In het ontwikkelend onderwijs gaat het in de eerste plaats (maar niet uitsluitend!) om het cognitieve aspect van de ontwikkeling, dat samen met de sociale ontwikkeling en de ontwikkeling van de persoonlijkheid invloed heeft op het ontstaan van het zelfbeeld.
Tot de cognitieve ontwikkeling rekent men de ontwikkeling van het denken, het oplossen van problemen, de ontwikkeling van het waarnemen, het voorstellen, het geheugen en de aandacht.